.

De regulering van media in internationaal perspectief (Dutch Edition)

作者:
Nico van Eijk
ISBN :
9789085550310
出版日期:
2005-05-18 00:00:00
语言:
国家地区:
.
DE REGULERING VAN MEDIA IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEFvan 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn), PB EG L 108/7; Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn), PB EG L 108/21; Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn), PB EG L 108/55; Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (Privacyrichtlijn), PB EG L 201/37. 29 Groenboek over de convergentie van de sectoren telecommunicatie, media en informatietechnologie en de implicaties daarvan voor de regelgeving, COM(97) 623 def., 3 december 1997, p. 1; Zie ook Dommering e.a. 1999, p. 9-10; Andere definities geven Arnbak, Van Cuilenburg en Dommering 1990, p. 58. 30 Vergelijk Dommering e.a. 1999, p. 38. 31 Dommering 2003, p. 13. 32 Dommering 2003. 33 Reidenberg 1998. 34 Vergelijk Lessig 1999 en Dommering 2003, p. 25. Zie verder paragraaf 4.4. 35 Rapport Franken 2000, p. 105, ziet eerder een oplossing in een zorgplicht die de pluriformiteit van het informatieaanbod garandeert. Het kabinet deelt deze opvatting. 36 Dommering 2000, p. 182. 37 Dommering 2001, p. 4. 38 McGonagle 2002, p. 7. 39 Raad voor de Maatschappelijke ontwikkeling, 2003. 40 Zie over horizontale werking in dit kader Verhey 1992, p. 33-68. 41 Dommering 2001, p. 5 verwoordt het glashelder: e vraag is derhalve of de pers of de omroep het model moet zijn voor de benadering van internet. Ik meen dat het de pers moet zijn. Wij zien echter dat dikwijls de fout wordt gemaakt dat de gebezigde communicatietechnologie beslissend wordt geacht: omdat internet elektronische informatieoverdracht vormt, wordt gedacht dat het net zo iets is als omroep, omdat omroep ook elektronische informatieoverdracht is. Niet de techniek, maar de sociale betekenis van de vorm van communicatie is beslissend. Bij het internet gaat het om principieel tweezijdige communicatie waarbij de gebruiker kiest om van de informatie kennis te nemen. Die keuze heeft een veel individueler karakter dan iemand die omroepkanalen zapt.�42 Vergelijk Arnbak, Van Cuilenburg en Dommering 1990, p. 69-75. 43 e regeling van de omroep concentreert zich rond het oorspronkelijke omroepbegrip dat radio- en televisie-uitzendingen in klassieke zin omvat� aldus van Eijk 1992, p. 219. Die constatering is nog steeds accuraat. 44 Van Eijk 2002. 45 Bijvoorbeeld Barendrecht 2004. 46 Tammes 1949, p. 178-179; In die zin eveneens Van den Bergh 1940, p. 67-72. 47 Rapport Franken 2000, p. 113. 48 Nadat her en der kritiek was geuit op dit onderdeel van de voorstellen van de commissie Franken nam het kabinet een standpunt in over het rapport Grondrechten in het digitale tijdperk. Het kabinet neemt voorgestelde artikel 7 lid 4 niet over en maakt alleen voor omroep wetgeving mogelijk in afwijking van het tweede lid. Het kabinet erkent daarmee in wezen nog niet klaar te zijn voor een werkelijk techniekonafhankelijke Grondwet. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen publieke en commercile omroep.32
本书内搜索
序号 页码 相关内容
您还未搜索